Print deze pagina
donderdag, 20 december 2012 08:57

Kwaliteiten multiplex

Geschreven door  Webredactie

Pak platen BB-CC 220x165De uiteindelijke kwaliteit van multiplex plaatmateriaal is het resultaat van de kwaliteit van de gebruikte dekfineren, de kwaliteit van de kern, de kwaliteit van de lijmverbindingen en uiteraard de toegepaste houtsoort. Platen worden vervaardigd voor een specifieke toepassing. Hierbij zijn de kwaliteitseisen die aan een plaat gesteld worden niet altijd even hoog. Momenteel gebruiken veel architecten multiplexen en samengestelde vezelplaten ook met een decoratief doel. De natuurlijke uitstraling van de plaat moet daarbij zoveel mogelijk behouden blijven. Wanneer plaatmateriaal moeten worden voorzien van een verfsysteem dient echter altijd gekeken te worden naar het oorspronkelijke gebruiksdoel van het type plaat. Met verf kan een plaat nu eenmaal niet worden ge-upgrade van verpakkingsmateriaal naar scheepsbetimmering.

Los van de houtsoort geldt voor multiplex dat voornamelijk de kwaliteit van het dekfineer bepalend is voor de kwaliteitsaanduiding van een plaat. Deze wordt vaak aangeduid met een letter voor de zichtzijde en een letter voor de achterzijde (zoals: A, B, BB, S, C, C+ of CP). Zo is bijvoorbeeld B/BB een veel toegepaste kwaliteit voor okoumé multiplex voor buitentoepassingen. De letteraanduiding zegt echter niets over de houtsoort of de kwaliteit van de lijmverbinding. Lijmverbindingen voor buitentoepassingen worden vaak getest met een protocol waarbij de plaat 72 uur wordt belast met heet water. Verbindingen die deze test doorstaan worden doorgaans aangeduid met WBP (Water Boiled Proof). Een WBP verlijmde plaat heeft minder kans op delaminatie bij vochtbelasting, maar is zeker niet permanent bestand tegen water.

A-kwaliteit fineren zijn uitgesorteerd en foutvrij. Verkleuringen, wormgaatjes en reparaties zijn niet toegestaan. Het fineer is uit één stuk (ongevoegd)waardoor geen zichtbare naden voorkomen. Multiplex met deze fineerkwaliteit is echter kostbaar. Het toepassingsgebied moet hierbij gezocht worden in de interieurbouw of hoogwaardige gevelbeplating. Hierbij wordt vaak gekozen voor een transparante afwerkingen om de natuurlijke uitstraling van het type dekfineer te behouden.

B-kwaliteit fineren zijn vrijwel foutvrij en ongevoegd. Kleine onzuiverheden als pitkwasten (gezonde, ronde of ovale, vaste of gedeeltelijk vergroeide kwast met een diameter van maximaal 5 mm) mogen voorkomen. Ook lichte verkleuringen en kleine, vrijwel onzichtbare, reparaties zijn toegestaan. Deze kwaliteit fineer is meestal al niet meer voldoende voor luxe scheepsbetimmeringen maar is wel nog steeds zeer geschikt voor hoogwaardige transparante afwerkingen.

Bij BB-kwaliteit fineren zijn proppen toegestaan. Dat zijn kleine, vaak ovale, uitsnedes uit het fineer, die vervangen zijn door een foutloos stukje fineer. Door het "proppen" worden gebreken (zoals uitgevallen kwasten) verwijderd en gerepareerd. De BB-kwaliteit is vaak nog ongevoegd, maar niet altijd. Kleine scheurtjes in het fineer (met name bij de randen) zijn toegestaan. Voor exterieurtoepassingen in combinatie met een transparant verfsysteem is deze fineerkwaliteit eigenlijk al niet meer geschikt. Voor dekkende verfsystemen is de BB-kwaliteit nog prima. Het toepassen van walsapplicaties (hierbij wordt een natte verffilm met een walsroller aangebracht), zoals bijvoorbeeld voor het aanbrengen van een UV-hardende primerlaag om opruwing te voorkomen, zijn vaak nog net mogelijk. Hierbij geldt wel dat de plaat voldoende gecalibreerd moet zijn. De toegestane tolerantie in de plaatdikte is daarbij maximaal 0,3mm.

Soms komen we ook "S" tegen als kwaliteitscodering, bijvoorbeeld voor berken platen uit Oost Europa. De S-kwaliteit ligt tussen de B en BB kwaliteit in.

Bij C+ of CP-kwaliteit fineren zijn naast de hiervoor genoemde onvolkomenheden ook open splits en kleine uitgevallen kwasten toegestaan. Vaak zijn gebreken dichtgeplamuurd met een vulmiddel en niet gepropt. Dit type fineer is in combinatie met een filmvormend verfsysteem niet meer geschikt voor buitentoepassing, ook al is de plaat WBP verlijmd. Door de veelheid aan toegestane gebreken is het niet meer mogelijk een goede gesloten verffilm op het plaatmateriaal aan te brengen. Eventueel kan esthetisch nog wel gekozen worden voor een niet- of semi-filmvormende dekkende beits om de plaat te verfraaien. Deze beitsen bladderen niet of nauwelijks af waardoor de levensduur rondom gebreken aanzienlijk beter is in vergelijking met filmvormende lakken. Verftoepassingen op dit type fineer zijn echter niet bedoeld om de plaat duurzaam te beschermen tegen externe weersinvloeden. Platen met C+ of CP-kwaliteit fineren worden vaak gebruikt voor HPL beplakking, waarbij de plaat een interieurtoepassing krijgt. Het aanbrengen van (UV-drogende) walslakken is meestal niet meer mogelijk.

Platen met C of CC-kwaliteit fineren, zijn in de regel niet meer geschikt voor afwerking met een verfsysteem. Wel is de constructieve kwaliteit van dit type nog voldoende voor toepassing als onderhoud of constructieplaat. Ook wordt deze kwaliteit vaak gebruikt als verpakkingsmateriaal (bijvoorbeeld voor kratten of onderplaten op pallets).

Laatst aangepast op donderdag, 20 december 2012 12:55